De nieuwe pandwet

Wetgeving

De wet brengt wijzigingen aan op 3 grote vlakken: het pandrecht, het retentierecht en het eigendomsvoorbehoud.

Een pandrecht op een bepaald goed zorgt er voor dat u bevoorrecht bent op dit goed wanneer uw schuldenaar in gebreke blijft. Wilde u voorheen een pandrecht vestigen, dan diende u als pandhouder het goed ook effectief in uw bezit te nemen en te houden. Om hieraan te verhelpen wordt de mogelijkheid van een bezitsloos pand ingevoerd. De buitenbezitstelling wordt hier vervangen door een registratie van het pand in het Nationaal Pandregister. Dit heeft als grote voordeel dat de pandgever het goed kan blijven gebruiken in zijn dagelijkse bedrijfsvoering.

Dit Nationaal Pandregister zal u ook kunnen raadplegen (tegen betaling) om na te gaan of op bepaalde goederen een pandrecht rust.

Het wordt eveneens makkelijker om een pandrecht ten gelde te maken. U zal niet meer steeds eerst langs de rechter moeten passeren.

Het retentierecht -het recht om een goed onder u te houden zolang uw schuldenaar in gebreke blijft- krijgt een specifiek wettelijk kader en wordt uitgebreid. Onder voorwaarde dat u de goederen in uw bezit houdt, zal u vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet over een voorrecht beschikken op deze goederen. Daar waar het retentierecht een louter drukkingsmiddel was, zal het ook echt een zekerheid bieden.

Tot slot voorziet de wet in een verruimd kader voor het eigendomsvoorbehoud. Verkoopt u een goed dan kan u schriftelijk overeenkomen dat de eigendom van het goed pas naar de koper zal overgaan van zodra de prijs volledig betaald is. Blijft de koper in gebreke, dan kan u het goed terugvorderen.

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Wilt u meer weten?

Bekijk de socials