Taks Shift geeft Belgische werkgevers opnieuw zuurstof

Fiscaal recht

Deloitte maakte onlangs voor de zesde keer de resultaten bekend van haar Europese salarisstudie. Dit grootschalig onderzoek vergelijkt de salariskosten, nettolonen en netto besteedbare inkomens in 19 Europese landen. Volgens de studie kampt België nog steeds met een zeer hoge werkgeverskost door de hoge én niet-geplafonneerde sociale zekerheidsbijdragen. Door de aangekondigde tax shift wordt België echter competitiever vanaf 2016.

Belgische werkgever ziet sociale zekerheidsbijdragen voor laagste lonen dalen dankzij taxshift

België wordt heel wat competitiever ten opzichte van andere Europese landen, althans voor wat betreft de laagste lonen. In 2019 zullen de sociale zekerheidsbijdragen voor de werkgever geleidelijk dalen naar een basistarief van 25% in 2019. Voor de lage lonen zullen zelfs nog lagere tarieven van toepassing zijn. Hierdoor wordt de Belgische werkgeverskost voor lage lonen vergelijkbaar met die van Nederland en Luxemburg. In 2019 zou België bijgevolg zakken van het vierde duurste land naar een 13de plaats in de Europese rangschikking voor een jaarsalaris van EUR 25.000.

Ondanks de tax shift blijven de hoge en niet-geplafonneerde sociale zekerheidsbijdragen België parten spelen voor de middelhoge en hogere looncategorieën.

Patrick Derthoo, Tax Partner bij Deloitte Belgium: “Dankzij de tax shift krijgen Belgische werkgevers terug zuurstof. De Belgische werkgeverskost voor de middelhoge en hogere lonen is echter nog steeds hoger dan deze in onze buurlanden, Nederland, Duitsland en Luxemburg. In deze landen zijn er immers geen sociale zekerheidsbijdragen meer verschuldigd vanaf een bepaald salarisniveau. Uit de studie blijkt overigens dat 60% van de onderzochte landen een (gedeeltelijke) maximum factuur aan de werkgever oplegt. Andere factoren die bijdragen tot de Belgische loonhandicap zijn een hoog wettelijk minimum salaris en de verplichte automatische indexatie.”

Belg heeft een laag netto inkomen

Belgische werknemers houden minder over van hun bruto loon dan de overige onderzochte Europese landen. België bevindt zich vaak onderaan de Europese ranglijst als we de nettolonen bekijken. Dit is te wijten aan het hoge marginale tarief (53,5%) vanaf een relatief laag inkomen (EUR 37.870). Andere landen passen een hoog marginaal tarief pas toe vanaf een hoger inkomen. In Zweden bijvoorbeeld betalen werknemers het toptarief vanaf een inkomen van EUR 65.916. De studie toont wel aan dat in bijna de helft van de onderzochte landen vandaag een toptarief van meer dan 50% van kracht is. De kloof tussen België en de rest van Europa wordt stilaan minder groot wat het het toptarief betreft.

Ook hier zorgt de tax shift ervoor dat werknemers met een laag loon netto meer zullen overhouden van hun bruto loon. Volgens Deloitte’s Europese salarisstudie ziet de alleenstaande Belg met een bruto inkomen van EUR 25.000 zijn netto loon stijgen met 9% in 2019. België stijgt hierdoor van een 16de naar een 9de plaats in de ranglijst van landen met hoogste netto-inkomen. Voor salarisniveaus vanaf EUR 50.000 of hoger is de impact van de tax shift eerder beperkt.

Fiscale voordelen voor de niet-werkende partner substantieel in België

Een alleenstaande wordt in België zwaarder belast dan een gehuwde belastingplichtige met een niet-werkende partner. Voor de lagere inkomens geeft België in vergelijking met de andere landen het grootste voordeel. Voor de hogere inkomens zitten we nog steeds bij de koplopers in Europa, maar worden we door Zwitserland, Luxemburg en Frankrijk ingehaald.

Ook voor werknemers met kinderen ten laste geven de meeste onderzochte landen een fiscaal voordeel. België scoort op dit vlak zeer behoorlijk en is het derde land dat het hoogste voordeel toekent voor werknemers met kinderen voor de lage inkomens en het zesde land op het vlak van de hogere inkomens.

Vooral het verschil in belastingdruk tussen de alleenstaande en de gehuwde belastingplichtige met een niet-werkende partner in België is aanzienlijk in vergelijking met de andere landen. Patrick Derthoo: ”De vraag die we ons kunnen stellen is of het nog steeds zinvol is om de niet-werkende partner een voordeel te geven via de fiscaliteit of zijn andere methodes meer aangewezen in onze huidige economische context?”

In Zweden en Griekenland wordt er geen verschil gemaakt op basis van de persoonlijke situatie. Sinds dit jaar heeft ook Nederland besloten om geen voordelen meer toe te kennen naargelang de persoonlijke situatie.

De huisvestingskost en kosten voor levensonderhoud dalen in Europa

De Europese salarisstudie berekent de netto lonen en maakt dan een correctie door de huisvestingkost, de kosten voor levensonderhoud en kinderbijslag in aanmerking te nemen om te komen tot het netto besteedbaar inkomen. In de voorbije edities maakte België altijd een serieuze sprong voorwaarts in de Europese rangschikking ten opzichte van de netto lonen. Dit jaar blijven de huisvestingkost en de kosten voor levensonderhoud stabiel in België, terwijl er zich in de overgrote meerderheid van de Europese landen een algemene daling voordoet. De grote uitzonderingen hier zijn Londen en Genève. In deze steden blijven vooral de huisvestingskosten de hoogte ingaan. Ondanks het feit dat andere landen goedkoper zijn geworden, is Brussel nog steeds goedkoper dan o.a. Luxemburg, Parijs, Londen en Genève om te leven en te wonen.

Belgische spaarfiscaliteit nipt boven het Europese gemiddelde

De Deloitte studie onderzoekt ook hoe belastingbetalers verder worden belast eenmaal het netto inkomen op de bankrekening staat.

Inzake de taxatie van passief inkomen (interesten, dividenden) zal België zich met haar nieuw tarief van 27% boven het Europese gemiddelde bevinden vanaf 1 januari 2016.

Alle Europese landen, met uitzondering van Zwitserland, voorzien tevens een belasting op meerwaarden op aandelen tegen ofwel een vast of progressief tarief. Door de tax shift voegt België zich nu bij de andere Europese landen die een effectieve taxatie op meerwaarden op aandelen voorzien, ook al is die beperkt tot de korte termijn meerwaarden (gerealiseerd binnen de zes maanden na verwerving).

Ten slotte blijft vermogensbelasting de uitzondering in Europa. Zwitserland, Frankrijk en Spanje zijn de enige landen waar een vermogensbelasting geheven wordt indien het netto vermogen een bepaalde grens overschrijdt.

De volledige studie is beschikbaar op www.deloitte.com/be/taxsalarysurvey

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Ook interessant

Bekijk de socials