Genk bekampt leegstand met subsidies en zoektocht naar nieuwe identiteit

Genk steunt ondernemers die leegstaand handelspand huren

Burgemeester Wim Dries: “Wie een leegstaand handelspand wil huren, kan rekenen op gefaseerde financiële steun van de stad. Zo kunnen startende ondernemers gedurende 3 tot 6 maanden een beroep doen op het stadsbestuur om een deel van de huur te betalen. Als blijkt dat een initiatief levensvatbaar is en de ondernemer zijn zaak wil verderzetten, kan deze gedurende 8 kwartalen – zijnde 2 jaar – telkens € 2.500 krijgen uit de stadskas. Hiermee geven we de doorstarters een stevig duwtje in de rug. Ten slotte kunnen de ondernemers in fase 3 nog extra financiële steun krijgen als ze ook werkzoekenden uit de zogenaamde kansengroepen aannemen. Het gaat hier ten slotte nog om een beperkte toelage van maximaal € 750 per maand afhankelijk van het aantal aanwervingen.”

Lees ook: Lier bekampt leegstand met premie van 10.000 euro

Genkse handelsstraten zetten in op ‘lokaal en authentiek’

 Wim Dries: “Naast die aanzienlijke financiële steun moeten we samen met onze handelaars op zoek naar onze eigen identiteit. Genk heeft als shopping-stad te kampen met de sterke aantrekkingskracht van de handelscentra in Hasselt, Maasmechelen-Village en Maastricht. Wij zijn anders dan deze drie en moeten dus onze eigen identiteit beter in de verf zetten. Ik ben ervan overtuigd dat we moeten inzetten op de lokale en authentieke factor. Ketens zijn belangrijk voor een centrum, maar de smaakmakers zijn de lokale winkels die gespecialiseerd zijn in een bepaalde service en een zekere beleving brengen. We hebben onze handelaars dan ook een aantal sessies aangeboden om hen te versterken in het nieuwe winkelen, waaronder  hun e-commerce en de combinatie met de offline-verkoop.”

Genks stadscentrum heeft genoeg winkels en horeca. Meer hoeft niet.

Wim Dries: “We kijken momenteel heel anders aan tegen het fenomeen kernwinkelgebied dan een tiental jaren geleden. Tussen 2014 en 2018 hebben we nog heel sterk geïnvesteerd in het stadscentrum en er  25.000 m² winkelruimte bij gecreëerd. Die realisatie maakte deel uit van een stadskernontwikkeling die gestart was in de jaren negentig. Intussen zijn de tijden veranderd en ook de ideeën omtrent handel in de stadskern. Als je het mij vraagt zitten we aan het maximum van onze mogelijkheden. Zeker in handel en horeca willen we geen bijkomende ontwikkelingen meer. Je moeten weten dat ons stadscentrum met zijn 56.000 m² erg klein is. We denken er dan ook aan om de handelsruimte in ons centrum zelfs af te bouwen. In Shopping 2 bijvoorbeeld. We moeten ons durven afvragen of we de handelsruimte niet beter invullen met diensten?” 

Genkse Vennestraat profileert zich als ‘Straat van de zintuigen’

Wim Dries: “Genk heeft nog een aantal interessante handelsstraten in het bovenlokaal handelsgebied dat geconnecteerd is met de vroegere mijnomgevingen in Waterschei, Winterslag en Zwartberg. Het gaat om handelsstraten zoals de Vennestraat ,Stalenstraat en Hoevenzavellaan  met bijna evenveel  winkeloppervlakte als in ons stadscentrum. Terwijl het stadscentrum nog op zoek moet naar zijn identiteit, hebben we die in de Vennestraat en Stalenstraat al gevonden. De Vennestraat, die aansluit bij C-mine, profileren we voortaan als ‘Straat van de Zintuigen’. Dankzij de grote diversiteit aan bewoners en handelszaken kan je er proeven van authentieke gerechten met ingrediënten uit de multiculturele volkskeukens.  De wijk krijgt wat meer leven dankzij de zaterdagse versmarkt, initiatieven als ‘Vollebak Vennestraat’ en de komst van enkele galerijen. Eén en ander heeft ervoor gezorgd dat er in de kern van de Vennestraat intussen quasi geen leegstand meer te bespeuren is.”

Lees ook: Genk bekampt leegstand met subsidies en zoektocht naar nieuwe identiteit

Genkse Stalenstraat noemt zich ‘De vallei der werelden’

Wim Dries: “Datzelfde traject zijn we nu ook gestart in de Stalenstraat, met zijn 26.000 m² aan handelsruimte. Die gaat een nieuwe toekomst in als ‘De vallei van werelden’. Het is immers eveneens een multiculturele straat, maar dan gelegen aan de vallei van de Stiemerbeek. Wat dit project betreft, zitten we nog in de proeffase. Intussen is er ook de vraag van de handelaars in de Hoevenzavellaan om een gelijkaardig project op te starten. Hier worden we geconfronteerd met een heel andere identiteit. De Hoevenzavellaan ligt immers langs de drukste noord-zuidverbinding in Limburg, de N76 gewestweg die dagelijks door 30 000 voertuigen wordt gebruikt. Ook hier willen we echter een thematisch verhaal starten.”