EPC-verplichting voor kleine bedrijfsgebouwen

Vanaf 2020 ook EPC-verplichting voor kleine bedrijfsgebouwen

Keuringen en controles

‘Energie’ is een thema dat vandaag bij iedereen steeds hoger op de agenda staat, ook een beetje omdat het ‘van de moetens’ is. De overheid legt steeds strengere normen op waaraan onze woningen en (bedrijfs)gebouwen moeten voldoen. Zo komt er vanaf 2020 specifiek voor kmo’s ook een EPC-verplichting voor verkoop en verhuur van niet-residentiële gebouwen, kleiner dan 500 m² (handel, kantoren,…). Later zullen richtlijnen volgen voor bedrijfsgebouwen groter dan 500 m².

De energiedeskundigen bereiden zich volop voor, maar ze betreuren het dat de overheid hen teveel beschouwt als verslaggevers en politiemannen en niet als ambassadeurs en adviseurs, zo leerde kmoinsider uit een gesprek met het Overlegplatform voor Energiedeskundigen (OVED). 

Gespecialiseerde energiedeskundigen

OVED werd opgericht op 5 januari 2010 en groeide op 9 jaar tijd uit van 30 naar 330 leden-bedrijven met 1 of meerdere (energie)werknemers. De leden zijn alle soorten energiedeskundigen, maar voornamelijk energieprofessionals in de bouw, zoals EPC-deskundigen type A (bij verkoop en verhuur van woongebouwen) en EPB-verslaggevers (bij renovatie en nieuwbouw). Daarnaast vertegenwoordigt OVED nog een kleinere groep ‘industriële’ energieconsultants voor bedrijven. Deze laatsten voeren vrijblijvende energiescans voor kmo’s uit of de energieaudits in het kader van de VLAREM-bepalingen voor grote ondernemingen. Anderen specialiseerden zich in het opmaken van energieplannen en studies voor grote industriële energie-intensieve bedrijven (verplicht voor grootverbruikers of vrijwillig via een energiebeleidsovereenkomst (EBO)). OVED biedt de energie-experten een kennisplatform, een klankbord en een dynamisch netwerk.

Volwaardige gesprekspartner en spreekbuis

“We leiden onze leden op tot kwalitatieve deskundigen via permanente bijscholing in onze OVED Academy en we zijn een volwaardige gesprekspartner van en een spreekbuis naar VEA, het Vlaams Energieagentschap, en naar andere sectororganisaties”, stelt Eline D’hooge van OVED.

Uitdagingen van de energiedeskundigen

Maar te vaak worden, volgens OVED, de EPC- en EPB-certificaten, de energieaudit van Vlarem en de energieplannen en -studies louter gezien als een wettelijke verplichting. “VEA ziet de energiedeskundigen te veel als verslaggevers en politiemannen in plaats van als ambassadeurs en adviseurs. Dit komt het imago van onze sector niet ten goede. Energie-experten kunnen immers een meerwaarde creëren via advies aan de klanten”, legt Eline D’hooge uit.

Hoge boetes bij foutieve rapporteringen

Voor het luik energieprestatie van gebouwen hanteert VEA volgens OVED een oneerlijk controlemechanisme op een correcte rapportage. “Er gebeuren vrij weinig controles, maar  als je als energiedeskundige (EPC type A en EPB-verslaggever) gecontroleerd wordt, is dat zeer grondig voor één bepaald dossier. Het is erop of eronder, hoewel de regelgeving zeer complex en niet altijd duidelijk is. VEA kan met andere woorden altijd wel enkele foutjes vinden in je controledossier. VEA heeft geen appreciatiebevoegdheid en is niet bevoegd om lichte onmoedwillige fouten kwijt te schelden en enkel zware en bewuste fouten te bestraffen. Energie-deskundigen kunnen zich niet verzekeren voor die boetes die VEA oplegt bij foutieve rapportering (beroepsfouten) en er is bovendien weinig leereffect uit die fouten.”, gaat Eline D’hooge verder.

Rekenbugs in de software

Verder vindt OVED dat de staving pragmatischer moet worden. De bewijzen van de gebruikte bouwmaterialen en technieken zijn vaak moeilijk te pakken te krijgen en de inhoud voldoet meestal niet voor VEA. Verder laat de software van VEA volgens het overlegplatform vaak te wensen over en is niet gebruiksvriendelijk, om nog maar te zwijgen van de rekenbugs.

Pleidooi voor breder energieprestatiebeleid

OVED pleit daarom voor een zinvoller (handhavings- of breder energieprestatie)beleid, waarbij de starre boetes plaats maken voor een leerproces voor de professional. Dit alles ziet OVED graag verbeterd vóór de komst van het nieuwe EPB/C2.0-beleid om de energiedeskundigen gemotiveerd te houden en hun rol op te waarderen. De vzw werkt momenteel aan een visienota EPB2.0 die ze actief wil neerleggen bij de komende beleidsmakers.

Voor het luik industrie en bedrijven pleit OVED eveneens voor een meer pragmatische en bottom-up aanpak door de overheid en meer kwaliteit en kennis bij de professionals.

Genoeg energiedeskundigen in Vlaanderen?

“Of er genoeg energiedeskundigen zijn in Vlaanderen? Er zijn voorlopig zeker nog voldoende EPC-deskundigen type A voor de verhuur en verkoop van woningen. VEA is momenteel bezig met een opkuis van de historische lijst van wie ooit een erkenning heeft gehaald. Er zijn verder een 900-tal EPB-verslaggevers in Vlaanderen. Dat is voorlopig ook nog voldoende, maar steeds meer capabele verslaggevers haken af door de administratieve rompslomp en bestraffende houding van de overheid.”

OVED schat dat er voor de energieplanning en studies en de EnergieBeleidsOvereenkomsten (EBO’s) in de industrie zo’n 50 deskundigen zijn. Net vóór de deadlines voor de rapportering zijn zij wel eens overbevraagd. “Voor kmo-advies en de verplichte Vlarem audits voor grote ondernemingen is er geen erkenning nodig. Dat mag zelfs door een interne persoon van het bedrijf zelf gebeuren en hoeft niet door een extern bureau uitgevoerd te worden.”

“Maar aantallen zeggen niet alles. Zoals in elke sector bestaan er helaas deskundigen die hun werk niet eervol uitvoeren. Het gaat ons dus vooral om de kwaliteit van de professionals, en minder om de kwantiteit.”, besluit Eline D’hooge.

Lees ook

ocb_banner_300x250_2sec.gif

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Ook interessant

Interessante bedrijven

Bekijk de socials