btw-regeling verhuur van opslagplaatsen

Hervorming BTW-stelsel onroerende verhuur

Accountancy

De nieuwe wet op de verhuur van onroerend vastgoed gaat in op 1 januari 2019.  Hierdoor wijzigen de uitzonderingen grondig op het principe dat onroerende verhuur vrijgesteld is van BTW. Voor de verhuur van opslagplaatsen geldt een versoepeling van de BTW-regeling.

Verhuur van vastgoed blijft in principe vrijgesteld van BTW

Dit betekent dat de verhuurder de BTW op de aankoop of de bouw van het vastgoed in kwestie niet in aftrek kan brengen. Vanaf 1 januari 2019 worden twee nieuwe uitzonderingen op deze BTW-vrijstelling ingevoerd. De eerste met een ‘optioneel’ karakter, de tweede met een ‘verplicht’ karakter:

  • Bij de verhuur van een gebouw aan een BTW-plichtige die dit uitsluitend gebruikt voor zijn economische activiteit, zullen de twee partijen voortaan gezamenlijk kunnen kiezen of de verhuur aan BTW wordt onderworpen, mits het gaat over een nieuw (of grondig gerenoveerd) gebouw waarvoor de BTW op de aannemingswerken pas voor het eerst opeisbaar is geworden op 1 oktober 2018. Met aannemings- of oprichtingswerken worden enkel bedoeld de materiële bouwkosten die op het gebouw zelf betrekking hebben.  
  • De korte termijn verhuur van vastgoed (maximaal zes maanden) moet voortaan worden onderworpen aan BTW (onder voorbehoud van enkele uitzonderingen, zoals de verhuur voor private bewoning of de verhuur aan vzw’s en organisaties met socio-culturele doeleinden). 

De op 1 januari 2019 bestaande huurovereenkomsten blijven van de BTW-vrijstelling genieten tot het einde van de oorspronkelijke looptijd.

Versoepeling van BTW-regeling voor verhuur van opslagplaatsen

Op het ter beschikking stellen van opslagruimte voor goederen is vandaag verplicht BTW van toepassing. Voorwaarde is dat het gebouw uitsluitend wordt gebruikt voor goederenopslag en dat de oppervlakte aan kantoorruimten in dat gebouw niet meer dan 10% van de totale oppervlakte bedraagt. Vanaf 1 januari 2019 zijn enkele wijzigingen van toepassing op deze regelgeving. 

  1. Het begrip ‘opslag’ wordt verruimd: voortaan komen ruimtes in aanmerking die voor meer dan 50% voor de opslag van goederen worden gebruikt. Voorwaarde is wel dat die voor niet meer dan 10% worden aangewend als verkoopruimte.
  2. De verplichte toepassing van BTW op de verhuur van opslagruimtes wordt beperkt tot de gevallen waarin niet voor B2B-verhuur met BTW kan worden gekozen. M.a.w. enkel dus nog bij verhuur aan particulieren of andere niet-BTW-plichtigen.

Bestaande contracten die onder de huidige regelgeving met BTW worden verhuurd blijven ook na 1 januari 2019 onderworpen aan BTW tot de looptijd van het contract erop zit. Wanneer de bestaande huurovereenkomst als voorwerp een ruimte heeft die voor meer dan 50% maar minder dan 90% wordt gebruikt voor goederenopslag, dan kunnen de contracterende partijen opteren voor verhuur met BTW vanaf 1 januari 2019.

Misschien kan deze versoepeling van de BTW-regeling voor de logistieke sector het concurrentienadeel op vlak van e-commerce helpen verminderen.

VANDELANOTTE - Rectangle202003.gif

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Ook interessant

Interessante bedrijven

Bekijk de socials