Wat zeg je bij het ontslag van een werknemer?

Tip 1: Zorg voor de juiste timing

Kies een goed moment uit. Vrijdagnamiddag bijvoorbeeld is geen goed ogenblik voor een ontslaggesprek. Je werknemer krijgt dan geen tijd om het nieuws te laten bezinken en om eventueel vragen te stellen. Ontsla je werknemer ook niet wanneer hij net na het gesprek een belangrijke afspraak heeft.

Tip 2: Bereid het ontslaggesprek goed voor

Overloop op voorhand wat je tijdens het ontslaggesprek gaat zeggen. Wat is de reden van het ontslag? Hoe formuleer je je argumenten? Stamelen is uit den boze en komt heel slecht over.

Tip 3: Draai niet rond de pot

Breng het slechte nieuws zo snel mogelijk. Start het gesprek met andere woorden niet met te vragen hoe het gaat. Maar het ontslag hoef je ook weer niet in de allereerste zin mee te delen. Je kan bijvoorbeeld meedelen dat je slecht nieuws hebt voor je werknemer. Zo is hij een klein beetje voorbereid.

Tip 4: Geef de reden van het ontslag mee

Geef je werknemer duidelijk de reden van het ontslag mee, zonder aan een waslijst vol minpunten te beginnen. Heb je voorafgaand een of meerdere functioneringsgesprekken gehad? Dan kan je daar tijdens het gesprek naar verwijzen.

Tip 5:  Speel geen welles-nietes spelletjes

Je werknemer zal misschien schrikken, emotioneel reageren of in de verdediging gaan en proberen om je op je beslissing te laten terugkomen. Luister naar wat hij te zeggen heeft, maar verval niet in een welles-nietes spelletje. Het is belangrijk om voet bij stuk te houden.

Tip 6: Toon begrip voor de situatie van je werknemer

Door begrip te tonen stel je je medewerker op zijn gemak. Je kan bijvoorbeeld zeggen dat je begrijpt dat het ontslag heel vervelend is voor hem. Is je werknemer boos of teleurgesteld, zeg hem dat je dit ziet. Zo kanaliseer je zijn emoties.

Tip 6: Praktische afwikkeling

Maak afspraken rond de praktische afwikkeling van het ontslag: hoe lang blijft je werknemer nog voor je werken? Wie vertelt het de collega’s?