Bedrijven blijven investeren in wagenpark, KMO’s worden voorzichtiger

Laadbeleid en tweedehandswagens winnen terrein in Belgische fleetstrategie

Bijna negen op de tien Belgische bedrijven willen hun wagenpark in de komende jaren behouden of uitbreiden. Dat blijkt uit de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van het Arval Mobility Observatory. Toch blijkt uit het onderzoek ook een duidelijk verschil in strategie tussen grotere ondernemingen en KMO’s, vooral onder invloed van thuiswerk, kostenoptimalisatie en veranderende verwachtingen bij jongere werknemers.

KMO’s trappen op de rem

In totaal verwacht 87% van de Belgische bedrijven dat hun vloot de komende drie jaar zal groeien of stabiel blijven. Maar KMO’s trekken de handrem iets vaker aan: 10% overweegt een afbouw, tegenover slechts 3% in 2024. De redenen zijn uiteenlopend, maar thuiswerk blijkt het vaakst genoemd. 45% van de KMO’s zegt hierdoor minder wagens nodig te hebben.

Andere factoren zijn een dalende bedrijfsactiviteit (36%) en het feit dat minder medewerkers nog in aanmerking komen voor een bedrijfswagen (33%). Tegelijk zetten steeds meer jonge werknemers in op alternatieven zoals het mobiliteitsbudget, vooral bij starters of werknemers zonder rijbewijs.

“Voor een groeiende groep werknemers zijn deelwagens, fietsen en openbaar vervoer een logischer keuze dan een klassieke bedrijfswagen,” aldus Christophe Janssen van Arval Belgium.

Tweedehandswagens als strategische keuze

De helft van de bedrijven (49%) maakt vandaag gebruik van tweedehandswagens in hun vloot, vooral als pool- of dienstwagens. Daarmee ligt België 10% boven het Europese gemiddelde. Kleine bedrijven blijken het meest vertrouwd met deze optie (52%), terwijl grote bedrijven iets terughoudender zijn (43%).

Tweedehandswagens bieden dan ook een aantrekkelijk compromis tussen kostenefficiëntie en flexibiliteit. Zeker in tijden van economische onzekerheid wordt dit type wagen een belangrijkere component in het fleetbeleid.

EV vraagt om doordacht laadbeleid

Met de groei van het aantal elektrische voertuigen stijgt ook de nood aan een duidelijke laadinfrastructuur. Maar liefst 89% van de Belgische bedrijven heeft intussen een laadbeleid of plant dit binnenkort te implementeren. Dat gaat van laden op de werkvloer tot publieke laadpunten en thuisladen.

Vooral grote bedrijven kiezen resoluut voor een combinatie van alle opties. 22% van hen biedt alle drie de laadsituaties aan, tegenover 14% bij kleine bedrijven.

Thuisladen als rekruteringsinstrument

De helft van de bedrijven wil thuisladen de komende 12 maanden actief faciliteren. Voor 74% van de bedrijven die dit al aanbieden, betekent dat ook financiële tussenkomst bij de installatie van een laadpaal. In 13% van de gevallen nemen werkgevers de volledige kost voor hun rekening.

20% van de bedrijven vergoedt ook de elektriciteit volledig, terwijl 37% een gedeeltelijke tussenkomst biedt. 43% van de werknemers betaalt de thuislaadkosten volledig zelf.

“Thuislaadinfrastructuur maakt steeds vaker deel uit van het bredere rekruteringsbeleid,” zegt Janssen.

“Ook al kan niet elke werknemer thuis een laadpaal installeren, het aanbod ervan wordt wel gepercipieerd als een voordeel.”