Elektrische bedrijfsvoertuigen: wie betaalt de elektriciteit?

Mobiliteit

Bij het gebruik van elektrische bedrijfsvoertuigen komen er ook specifieke regels kijken. Wie betaalt de kosten voor het plaatsen van de oplaadpaal thuis bij de werknemer? Wat als de werknemer ontslag neemt of verhuist? Isabelle Caluwaerts, Legal Expert bij Partena Professional geeft meer uitleg.

Elektrische bedrijfsvoertuigen: waar moeten werkgevers en werknemers op letten?

Een bedrijfsvoertuig van een werknemer die voor privégebruik (of gedeeltelijk privégebruik) dient, heeft steeds sociale en fiscale gevolgen. Ongeacht of het een hybride of elektrisch voertuig is, of aangedreven wordt door een fossiele brandstof.

De werkgever betaalt een solidariteitsbijdrage, CO2-bijdrage, op basis van een ecologisch criterium. Deze bijdrage, die verschuldigd is aan de RSZ, bestaat uit een forfaitair bedrag dat gebaseerd is op de CO2-uitstoot van het voertuig. Voor elektrische voertuigen betaal je dus een minimumbijdrage.

De werknemer wordt belast voor het privégebruik van het bedrijfsvoertuig. Het belastbaar voordeel raamt men op basis van de cataloguswaarde van het voertuig, de gebruikte brandstof en het CO2-uitstootgehalte van het voertuig. Voor 100% elektrische voertuigen geldt, net als voor de sociale zekerheid, een minimum.

Vaak hoort bij de terbeschikkingstelling van een bedrijfsvoertuig ook een verstrekking van brandstof. Voor voertuigen die op fossiele brandstoffen rijden, versterkt de werkgever gewoonlijk een tankkaart. Maar hoe werkt dit voor elektrische bedrijfsvoertuigen?

“Elektrische voertuigen kunnen worden opgeladen op drie manieren. Ten eerste met een standaardkabel aan een gewoon stopcontact waarbij men het elektriciteitsverbruik niet meet. Ten tweede met een ‘slimme kabel’ of ‘smart cable’ waarmee men het elektriciteitsverbruik meet aan een gewoon stopcontact. En als laatste mogelijk via een oplaadstation. De installatie van deze oplaadstations kan op verschillende plaatsen: op het bedrijfsterrein, de openbare weg of bij de werknemer thuis”, vervolgt Isabelle Caluwaerts.

Wat met de levering van elektriciteit en de elektriciteitskosten voor het opladen?

“De werkgever kiest zelf of hij de kosten voor het opladen van het bedrijfsvoertuig wil dragen. Dit is een overeenkomst tussen de werkgever en werknemer die schriftelijk moet worden vastgelegd”, legt Isabelle Caluwaerts uit.

Als de werkgever de elektriciteit voor het opladen van de elektrische bedrijfswagen terugbetaalt, kiest men het best voor een smart cable. Zo maakt men een onderscheidt tussen het verbruik voor het opladen van het voertuig en het algemene verbruik van de werknemer.

Ook kan de werkgever toestaan om de elektrische bedrijfswagen op te laden aan een oplaadpunt op het bedrijfsterrein. Of hij verstrekt een oplaadkaart voor openbare oplaadpunten. Ook dit staat in het schriftelijk akkoord tussen werkgever en werknemer. Eventuele beperkingen (bv. een verbod op het opladen van andere voertuigen) neemt men ook op in dit akkoord. Dit akkoord sluit mogelijke discussies uit en gebruikt men als de RSZ of de fiscus meer inlichtingen vraagt voor.

Op kosten van de werkgever kan ook een oplaadpunt worden geïnstalleerd bij de werknemer thuis. Om te bepalen op welk voordeel de werknemer zal worden belast, is het aangeraden voor de werkgever om een “ruling” (fiscaal akkoord) aan te vragen bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen van de FOD Financiën.

Wat met het oplaadpunt bij de werknemer thuis, bij verhuis of als de werknemer de onderneming verlaat?

Blijft de laadpaal al dan niet kosteloos eigendom van de ex-werknemer die de onderneming verlaat? Neemt de werknemer bij verhuis de kosten van demontage en herinstallatie op zich? Ook hier legt de werkgever best schriftelijk vast wat er met de laadpaal gebeurt.

Wat is het effect van de stijgende energieprijzen op dit soort voordeel?

De prijsstijgingen treft ook elektriciteit, naast de andere brandstoffen. Deze stijging heeft gevolgen voor de kosten van de werkgever én van de werknemer. “Indien een werkgever de schriftelijke overeenkomst wilt wijzigen, zal hij de instemming van de werknemer moeten krijgen. Tenzij de overeenkomst uitdrukkelijk in deze mogelijkheid tot herziening herziet. Dan is een onderhandeling noodzakelijk”, besluit Isabelle Caluwaerts van Partena Professional.

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Ook interessant

Interessante bedrijven

  • Hyundai

  • Autovak

  • Velodi

Bekijk de socials