Met de firmawagen op reis naar het buitenland!

De vakantie nadert. Alles is in de puntjes voorbereid. De route is uitgestippeld en het hotel geboekt. Nu nog zo’n 1.500 kilometer rijden richting Zuid-Europa en een veertiendaagse rustperiode kan beginnen.

Maar kan een firmawagen zomaar worden gebruikt voor het maken van een buitenlandse reis met het ganse gezin? Veronderstel een bedrijfsleider die vanuit de vennootschap waarin hij of zij een mandaat uitoefent een personenwagen ter beschikking krijgt. Of veronderstel een werknemer wiens loonpakket is aangevuld met het gebruik van een firmawagen.

- Niets belet hen de wagen ook te gebruiken voor privédoeleinden. Net daarom worden zij in de personenbelasting belast op een voordeel van alle aard.

- In dat voordeel van alle aard zitten ook buitenlandse privé-verplaatsingen vervat. Dus de jaarlijkse vakantietrip van zo’n 3.000 kilometer richting het zuiden van Europa geeft geen aanleiding tot een stijging van dat voordeel.

- Is de brandstof met betrekking tot deze trip aftrekbaar als beroepskost in de vennootschap? Ja! Dus geen probleem om buitenlandse tankbonnetjes mee op te nemen in de boekhouding.

- Idem voor de tolkosten (van bruggen, wegen, …).

- Maar buitenlandse parkingtickets en diens meer worden beschouwd als privé-uitgaven.

Werknemers dienen extra waakzaam te zijn. De meerderheid van de bedrijven die een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan haar personeel, hanteert een car policy. Niet zelden vind je er onderstaande bepalingen in terug, aangevuld met de nodige sancties bij overtreding ervan:

- de firmawagen mag niet worden gebruikt voor privé-verplaatsingen in het buitenland of enkel voor die landen die worden gedekt door de autoverzekering;

- het gebruik van de tankkaart is beperkt tot een limitatieve lijst van landen;

- enkel gezinsleden mogen rijden met de wagen, waardoor kennissen en familieleden die meereizen niet aan het stuur mogen zitten.