KMOinsider breakfast: familiebedrijven staan voor overdracht in Vlaanderen

KMOinsider breakfast: nog veel familiebedrijven staan voor overdracht in Vlaanderen

Overname & Overdracht

Wanneer geef je best je familiebedrijf over? Draag je je familiebedrijf over aan de volgende generatie of aan een externe partij? Blijf je zelf nog actief in het bedrijf? Zijn er nog andere mogelijkheden om je bedrijf verder te zetten? Het zijn enkele van de vragen die de deelnemers aan het panelgesprek van KMOinsider over ‘familiebedrijven en opvolging’ voorgeschoteld kregen.

Voor hij het panelgesprek echt van start laat gaan, wil moderator Johan Van Rooy weten wat een familiebedrijf precies is. Volgens professor Molly is de meest gehanteerde definitie op Europees niveau dat bij een familiebedrijf de meerderheid van de aandelen in handen is van één familie. Bij beursgenoteerde bedrijven gaat het om meer dan 25% van de aandelen: “Verder dient ook minstens één familielid betrokken te zijn bij de leiding of het bestuur van het bedrijf. Het is overigens een misvatting dat alleen kleine bedrijven familiebedrijven zijn.”

Het aantal familiebedrijven vermindert

Patrick Jordens ziet het aantal familiebedrijven in Vlaanderen afnemen: “In het verleden was het zo dat één persoon met een bedrijf startte. Op het moment dat het drukker werd, kwam de partner mee in de zaak en zo ging de bal aan het rollen. Vandaag worden bedrijven gestart door twee of drie mensen die complementair zijn met elkaar. Als je vandaag succesvol wil zijn, moet je meteen veel grootser denken en in andere ‘coalities’.”

Zijn mening wordt gedeeld door Bram Verstraeten, die ook andere bedrijfsvormen ziet opduiken: “Maar ik merk nog altijd dat veel mensen het idee genegen zijn om, in de brede zin van het woord ‘familie’, een familiebedrijf op te richten. Men kent elkaars competenties en complementariteit. Het vertrouwen in elkaar is per definitie aanwezig.”

Over emoties en de psyche bij overdracht

Nu duidelijk is wat een familiebedrijf is, kan de overdracht zelf onder de loep genomen worden.

Paul Bertels vindt dat objectiveren een wezenlijke opdracht is voor iedereen die familiale aandeelhouders begeleidt: “Het is soms dramatisch dat opdrachten intrafamiliaal niet lukken omdat men een aantal zaken nooit objectief in beeld heeft gebracht. Het gaat dan over competenties, verwachtingen, verantwoordelijkheden, waardering en betalingsmodaliteiten…”

“Je zou eigenlijk een aantal jaar voor het zo ver is al moeten starten met het in kaart brengen van eenieders verwachtingen. Als je daar vroeg genoeg mee start, kan je nog ingrijpen en mensen tot rede brengen”, stipt Patrick Jordens aan.

Het emotionele aspect is overnemer Steven Vollebergh niet onbekend: “Men start altijd met het emotionele, zeker als je de tweede of derde generatie overneemt. Het objectieve valt wel eens weg. Mijn ervaring leert om daar wat op in te spelen en bv. de bedrijfsnaam niet onmiddellijk te liquideren, waardoor de verkoper zich vaak al een stuk makkelijker voelt.”

Bram Verstraeten: “Er komt inderdaad een groot stuk emotie en psychologie bij kijken. Als tussenpersoon treed je op als ‘spons’ en filter je wat  doorgaat naar elke partij, zonder te liegen of iets te verzwijgen. Communicatie is cruciaal.”

“Het wordt vaak nog emotioneler als je beslist aan een externe partij te verkopen en niet over te dragen aan de volgende generatie”, vult Steven Vollebergh aan. “Soms komen er zelfs gesprekken met psychologen aan te pas.”

Over het prijskaartje van een overdracht

“Is er binnen het bedrijf een zekere reserve nodig om het overnameproces te starten? Externe adviseurs moeten toch betaald worden?” vraagt Johan Van Rooy.

Vincent Molly: “Uit onderzoek uit 2015 van Antwerp Management School en Universiteit Hasselt in samenwerking met Vlaio bleken de financiële positie en de rentabiliteit van een bedrijf alleszins belangrijke belemmeringen. Dat heeft natuurlijk wel te maken met wat voor soort aandeelhouderschap je kiest: uitkopen of niet. Het geld moet ergens vandaan komen. Soms kiest men dan voor een passieve aandeelhouder.” (n.v.d.r.: de titel van het onderzoek waarnaar Vincent Molly verwijst is ‘Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen’. De studie kan worden gedownload van de website van Vlaio.)

Twijfel bij familiale uitkoop in verband met het thema uitkopen of niet merkt Bram Verstraeten de laatste jaren dat er steeds meer twijfel komt wanneer er familiaal moet uitgekocht worden en de uitgekochte familieleden daardoor bijvoorbeeld zouden ‘kunnen gaan rentenieren’.

Enkele panelleden zijn het erover eens dat je zulke zaken best niet bespreekt op familiefeesten. Volgens Patrick Jordens worden daarover op voorhand te weinig afspraken gemaakt binnen families. Er wordt gesuggereerd dat je hiervoor een familiecharter kan opstellen.

Vincent Molly: “Voor zulke charters zie je ook meer en meer dat de jonge generatie mee de kar trekt. Dat het initiatief mee bij de jonge generatie ligt, is een mooie evolutie. Zij wensen namelijk ook transparantie en duidelijke afspraken voor de toekomst.”

Lees hier het volledige verslag van KMOinsider breakfast.

190034_MSCF_ad-digital_v5.gif

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Ook interessant

Interessante bedrijven

Bekijk de socials