gehuurde opslagplaats

Doorgelicht: versoepeling van regelgeving btw op verhuurde opslagplaatsen

Actief in immobiliën en verhuur je een magazijn? Of bied je als logistiek bedrijf ook opslagruimte aan aan je klanten? Verhuur je kmo-units aan collega-ondernemers? Dan zijn de nieuwe regels voor de verhuur van onroerend goed met btw die gelden sinds 1 januari 2019 voor jou van toepassing!

Wat zijn de belangrijkste aanpassingen? Meer onroerende goederen komen in aanmerking om te verhuren met btw als opslagplaats, maar er zijn ook meer formele voorwaarden. We zetten één en ander op een rijtje met dank aan de expertise van accountants- en auditkantoor Vandelanotte.

Opslagplaatsen verhuren: oude versus nieuwe regeling

Ook vóór 2019 konden opslagruimtes al verhuurd worden onder het btw-stelsel. Was er echter een kantoor of beheerruimte aanwezig, dan mocht deze ruimte maximaal 10 procent van de totale oppervlakte of van het volume van het gebouw uitmaken. Bijkomende verplichting hieraan verbonden was dat het gebouw voor 90 procent moest gebruikt worden als opslagruimte.

Sinds 1 januari 2019 zijn de voorwaarden gewijzigd:

  • De totale oppervlakte van een kantoor of beheerruimte mag nog steeds maximaal 10 procent zijn.
  • De strenge grens van 90 procent is echter drastisch teruggeschroefd: onroerende goederen worden vandaag als opslagruimte omschreven wanneer ze hoofdzakelijk (en dus meer dan 50 procent in oppervlakte of volume) worden gebruikt voor de opslag van goederen.

Een bijkomende voorwaarde is dat beide partijen – die B2B handelen - akkoord gaan om de onroerende verhuur van de opslagplaats te onderwerpen aan btw. Wanneer er geen akkoord is, wordt de verhuur per definitie vrijgesteld van btw en heeft de verhuurder geen recht op aftrek. Wanneer het om een particuliere verhuur gaat, is een vrijstelling van btw niet mogelijk en blijft de verhuur van een opslagruimte dus verplicht onderworpen aan btw.

Wat met huurovereenkomsten van vóór 2019?

Voor lopende huurovereenkomsten die al vóór 2019 aan btw onderworpen waren, verandert er niets. Zij blijven onderworpen aan btw. Voor huurovereenkomsten die toen uit de boot vielen omdat de opslagruimte minder dan 90 procent van de totale oppervlakte bedroeg, verandert er wel iets. Wanneer deze over de drempel van 50% opslagruimte gaan t.a.v. de totale oppervlakte (zie boven), kunnen huurder en verhuurder opteren om de huurovereenkomst onder het btw-stelsel te laten vallen. Zoals hierboven beschreven is een B2B-relatie noodzakelijk en het akkoord van beide partijen dient als addendum aan het initiële huurcontract toegevoegd te worden.

Nieuwe overeenkomsten vanaf 2019?

Nieuwe huurovereenkomsten vallen – mits voldaan aan de voorwaarden – onder het btw-stelsel als hiervoor geopteerd wordt. Voor deze overeenkomsten geldt een herzieningstermijn van 25 jaar in plaats van de standaardtermijn van 15 jaar voor onroerende goederen. Een pand moet dus langer verhuurd worden om toekomstgericht een negatieve herziening van de btw te vermijden.

Verhuur je een opslagplaats of plan je dit binnenkort te doen? Neem dan snel contact op met één van de specialisten van Vandelanotte via onderstaand contactformulier.

Meer lezen:

Deze contentstory is een samenwerking tussen KMOinsider en Vandelanotte

Meer weten?

Logo Vandelanotte

Contactinformatie

Kies een locatie voor meer informatie

  • Vandelanotte

Ook interessant

Interessante bedrijven

Bekijk de socials